Langdurige zorg tijdens corona: ervaringen vanuit de VVT

Verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT) hebben een bijzonder jaar achter de rug. Als essentiële sector stonden zij zowel tijdens de eerste als de tweede golf niet bepaald stil. Wij spraken met Monique Keijzer, bevlogen verpleegkundige en scholingscoördinator bij Santé Partners. Haar organisatie biedt thuiszorg en verschillende vormen van begeleid wonen (intramurale zorg) aan. Ze zijn actief in een breed werkgebied midden in Nederland, van Arnhem tot Utrecht en Zaltbommel. Hier krijg je een inkijkje in deze roerige tijd door de ogen van Monique en haar collega’s. 

 

Overdonderd in maart

De impact van de eerste golf op de medewerkers was enorm. Niet alleen was veel onzeker over het virus zelf, daar bovenop kwam nog het gebrek aan beschermend materiaal. Het contrast was groot tussen de praktijk in de thuiszorg en instellingen en de officiële richtlijnen vanuit het RIVM. Monique en haar collega’s zagen hoe huisartsen en ambulancemedewerkers in vol ornaat ingepakt binnenkwamen, terwijl zij het zelf moesten doen met een keukenschort en een paar huishoudhandschoenen. Medewerkers hadden hierdoor het gevoel dat ze onbeschermd een oorlogsgebied werden ingestuurd.

Monique legt geen schuld bij de organisatie, want die was net zo verrast en afhankelijk van de landelijke coördinatie. De zorg moest doorgaan en iedereen probeerde uit alle macht ergens goede beschermende kleding en mondkapjes vandaan te halen.

In de loop van de zomer kwam de aanvoer van voldoende spullen op gang. Tot die tijd werd met de nodige creativiteit van alles bedacht, zoals zakdoeken voor het gezicht knopen. Alles voor een veiliger gevoel. Collega’s twijfelden over de veiligheid van hun werkomstandigheden, terwijl vanuit de organisatie de dringende oproep kwam om zorgafzegging te voorkomen. Stress en onzekerheid zorgden voor een mindere spirit.

Grootschalig ziekteverzuim

Medewerkers werden ziek, vaak voor langere tijd. Al snel bleek dat de uitval door corona niet vergelijkbaar was met die van normale griep. Een deel van de collega’s was na een paar weken weer beter, maar voor anderen was langdurige revalidatie nodig. Binnen sommige teams in extra zwaar getroffen gebieden was – vooral tijdens de eerste golf – de helft van de medewerkers ziek thuis. Monique vertelt hoe sommige mensen die in maart ziek werden, vandaag nog steeds niet zelfstandig van hun bed naar het toilet kunnen lopen. Wanneer je dat van dichtbij meemaakt of de verhalen hoort over het grillige karakter van de ziekte, gaat je dat niet in de koude kleren zitten.

Vanuit de organisatie is een enorm beroep gedaan op de werknemers om toch vooral aan het werk te blijven, zelfs als zij corona-positief waren. Dat bracht allerlei vragen met zich mee en stuitte ook op weerstand. “Loop ik hier als een tikkende tijdbom door de wijk, al ben ik klachtenvrij? Is het nog wel verantwoord zorg te blijven leveren terwijl ik zelf besmet ben?” Tegelijkertijd heeft Monique begrip voor de spagaat waarin de organisatie heeft gezeten; het waren moeilijke dilemma’s. Later in de crisis werden de wensen van de werknemers steeds serieuzer genomen en inmiddels leeft weer een breed gevoel van steun binnen de organisatie.

Minder angst tijdens de tweede golf

Het belangrijkste verschil tussen de eerste en de tweede golf is dat de angst om te werken minder is. Dit komt doordat meer bekend is over het virus en de protocollen en voorraden nu op orde zijn.

Monique voegt toe dat hoewel het fijn is dat die mondkapjes er zijn, zij om zich heen ziet dat collega’s daardoor weer dichter op elkaar kruipen, wat de beschermende werking deels teniet doet. Daarnaast blijft het voor de cliënten lastig om verpleegkundigen zo te zien: het sociale contact is voor veel van hen erg belangrijk en daarin speelt het gezicht een grote rol. Nu dat deels wordt verhuld, maakt dat de communicatie een stuk lastiger – vooral voor doven en slechthorenden. Een spatscherm leek even een oplossing, maar dat werd later weer afgeraden.

Tijdens de tweede golf is het verzuim lager dan tijdens de eerste, deels te danken aan de betere voorzieningen. Toch begint de rek er qua bezetting wel uit te raken, ook omdat sommige werknemers die al tijdens de eerste golf het virus opliepen nog steeds ziek zijn. Monique merkt dat de algehele vermoeidheid onder de medewerkers toeneemt.

E-learning kan ontspannen

Ondanks de hoge werkdruk vinden veel collega’s nog tijd voor bijscholing. De behoefte is groot, omdat iedereen nieuwe coronagerelateerde handelingen moet aanleren.

Monique en haar collega’s proberen trainingen in aangepaste vorm zoveel mogelijk door te laten gaan. Ze ziet dat de teams veel waarde hechten aan het ontmoetingsaspect en het delen van ervaringen. Desondanks stonden praktijkmiddagen tijdens de lockdowns – ook nu dus – weken op rij stil.

Wat wel altijd mogelijk blijft, is het maken van e-learning, wat medewerkers dan ook veelvuldig doen. Monique hoort van veel collega’s dat ze dat zelfs ontspannend vinden, omdat de e-learningmodulen trainen in plaats van toetsen. Hierdoor zijn ze leuk om te maken en later na te bespreken.

Steun vanuit de maatschappij

Het imago van beroepen in de zorg is volgens Monique al jaren slecht: hard werken voor weinig geld. Ze is dan ook blij verrast met de grote belangstelling voor zorgberoepen onder jongeren dit jaar. De hbo-opleidingen tot verpleegkundige zitten allemaal vol, wat wijst op een imagoverbetering; zo lijkt corona dan toch nog wat positiefs op te leveren. In de hele maatschappij is ten aanzien van de zorgsector in 2020 meer waardering gekomen, maar die erkenning voelt soms dubbel. Het klappen voor de zorg was leuk in het begin, maar reacties daarop onder collega’s sloegen na een tijdje om: meer concrete hulp in de vorm van goed beschermend materiaal en loonsverhoging waren veel harder nodig. Gemengde gevoelens zijn er ook over de eenmalige bonus van €1000 vanuit het kabinet. Natuurlijk is die hartstikke welkom, maar de angst leeft dat het uiteindelijk maar een zoethoudertje zal zijn, terwijl stelselmatig meer nodig is om het werken in de zorg aantrekkelijker te maken.

Monique heeft veel positieve individuele initiatieven gezien; ze vindt het mooi om te zien dat veel mensen graag willen helpen. Zoals de stagiaire die op eigen houtje een bepaalde medische handeling (de bladder scan) ging onderzoeken en haar collega’s aanleerde, omdat ze vond dat het in coronatijd belangrijk was dat zij die ook konden uitvoeren.

Eenzaamheid

Toch overheersen wat corona betreft de sombere gevoelens. Niet alleen bij medewerkers, maar ook bij cliënten ziet Monique dat de mentale reserves opraken. Met name eenzaamheid wordt een steeds groter probleem. Sommige cliënten zegden uit angst voor besmetting thuiszorg af, vooral tijdens de eerste golf. Het beeld bestaat al jaren dat thuiszorgmedewerkers relatief veel infecties verspreiden, doordat ze elke dag met zoveel verschillende mensen in aanraking komen. Wanneer cliënten zorg afzeggen, is dat vaak schrijnend om te zien. Ten eerste omdat ze die zorg overduidelijk nodig hebben, ten tweede omdat medewerkers uit de thuiszorg dikwijls de enigen zijn die nog bij hen over de vloer komen. Een kopje thee met een praatje is dan heel waardevol. Af en toe lijkt het middel van strenge isolatie dus erger dan de kwaal.

Hoe nu verder

Het vooruitzicht op vaccinaties biedt voor velen sinds kort hoop, maar niet iedereen is even gerust op de veiligheid ervan. Vanuit de organisatie heb je vooral de zakelijke kijk: hoe sneller onze werknemers zich laten vaccineren, hoe lager het verzuim. Onder de medewerkers zelf is veel twijfel. De voorlichting daarover kan wat Monique betreft zeker nog beter.

Momenteel zitten we nog middenin de pandemie, maar hoe zien de komende maanden eruit? Monique verwacht dat het uithoudingsvermogen van haarzelf en haar collega’s nog een tijdlang flink op de proef gesteld zal worden. Toch hoor je haar niet gauw klagen, ondanks alles blijft ze positief. Ze is blij met de groeiende bewustwording in de maatschappij over het belang van de zorgsector. De crisis heeft ook hier en daar beleidsmakers wakker geschud; Monique heeft het gevoel dat de mensen die uiteindelijk de zorg leveren nu beter betrokken worden bij de besluitvorming. Al met al is ze nieuwsgierig naar de toekomst.

ExpertCollege

Santé Partners maakt gebruik van de Essentials e-learningbibliotheek van ExpertCollege: een pakket van ruim 170 modules, over onder andere ziektebeelden, voorbehouden handelingen en wetgeving en veiligheid. Relevant zijn ook onze specifieke coronamodulen voor de VVT: ‘2019 Novel coronavirus (COVID-19)’, ‘Neus- en keelkweek’ en ‘Reanimatie bij patiënt met (verdenking) COVID-19’.

Zelf ontdekken hoe de e-learning van ExpertCollege aansluit bij jouw organisatie? Neem contact met ons op via info@expertcollege.com of bel ons via 020 545 33 80. We geven je graag meer informatie of plannen een afspraak om (digitaal) een demo te geven.

Meer blogartikelen